Belastingplan 2025: evenwichtigere inkomensverdeling en gezonde overheidsfinanciën | Nieuwsbericht

6 min read

Nieuwsbericht | 17-09-2024 | 15:15

Vandaag heeft Folkert Idsinga, staatssecretaris voor Belastingzaken en de Belastingdienst, het Belastingplan 2025 aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het pakket bevat een reeks maatregelen die bijdragen aan gezonde overheidsfinanciën, een verbeterde koopkracht en een sterker ondernemersklimaat. Ook bevat het een aantal stappen gericht op het verbeteren van het belastingstelsel.

Ondersteuning van koopkracht en sociaaleconomische zekerheid

Deze regering voert de volgende maatregelen in om de koopkracht van mensen met een middeninkomen en verschillende kwetsbare groepen te verbeteren. Het tarief dat in de eerste inkomstenbelastingschijf moet worden betaald voor een inkomen tot € 38.441 per jaar, wordt verlaagd naar 35,82%. Er wordt een nieuwe tweede belastingschijf ingevoerd, met een tarief van 37,48% voor een inkomen tussen € 38.441 en € 76.817 per jaar. Hierdoor houden werkende mensen en mensen die een AOW-uitkering ontvangen in 2025 meer geld over na belasting.

Ook profiteren mensen van de verlaging van de energiebelasting op aardgas, waardoor iedereen in 2025 € 29 minder belasting betaalt. huidige verlaging accijnzen op benzine, diesel en LPG wordt met een jaar verlengd en deze heffingen worden niet aangepast aan de inflatie. De heffingen (per liter) blijven 79 cent voor benzine, 52 cent voor diesel en 19 cent voor LPG, net als in 2024.

Daarnaast neemt de overheid extra maatregelen om mensen met een laag inkomen te ondersteunen, zoals het verhogen van de huursubsidie ​​en de kinderbijslag.

Verbeteringen aan het belastingstelsel

Ook in dit Belastingplan wordt het proces van verbeteringen in het belastingstelsel voortgezet. De overheid neemt een aantal maatregelen naar aanleiding van beoordelingen waaruit blijkt dat bepaalde regelingen niet meer voldoen of niet efficiënt werken. Vanaf 2025 zijn er geen ingewikkelde berekeningen meer nodig in de belastingaangifte bij het aftrekken van extra vervoerskosten als gevolg van ziekte of arbeidsongeschiktheid. Voor bezoeken aan een arts, ziekenhuis of apotheek wordt een vast bedrag van 23 cent per kilometer aftrekbaar. Mensen die extra vervoerskosten maken vanwege een ernstige ziekte of een handicap, kunnen ook een vast bedrag van € 925 aftrekken. Het is niet meer nodig om bonnetjes te bewaren voor bijvoorbeeld brandstof, verzekeringen of aanpassingen aan voertuigen. Reiskosten voor reizen per taxi of openbaar vervoer blijven ook aftrekbaar op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

Er komen wijzigingen in de regels die gelden onder de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de uitstelregeling voor een directeur-grootaandeelhouder die een substantieel belang in een onderneming overdraagt ​​(DSR ab). Deze wijzigingen vereenvoudigen de regelingen. Vanaf 1 januari 2025 wordt de periode waarin de schenker een substantieel belang moet hebben gehad en waarin de ontvanger het belang moet behouden en de onderneming moet voortzetten, teruggebracht van vijf naar drie jaar, wat betekent dat ondernemers eerder meer flexibiliteit krijgen zonder het recht op de BOR-regeling te verliezen. Vanaf 1 januari 2026 wordt de toegang tot de BOR- en DSR-regelingen beperkt tot houders van gewone aandelen die een belang van ten minste 5% vertegenwoordigen. Daarnaast worden maatregelen genomen om misbruik van de BOR tegen te gaan door middel van regelingen waarbij een oudere verwant een onderneming koopt, voornamelijk om de door de beoogde erfgenaam te betalen erfbelasting te verminderen en gevallen waarin dubbel gebruik wordt gemaakt van de BOR.

Verder worden vanaf 2026 de verlaagde btw-tarieven voor het verstrekken van accommodatie en voor bepaalde culturele goederen en diensten afgeschaft. Bijgevolg geldt vanaf 1 januari 2026 het algemene tarief van 21%. Sportverenigingen zijn uitgesloten van deze maatregel en er wordt een vergoeding verstrekt voor lesmateriaal voor schoolkinderen tot 18 jaar.

Vanaf 2025 wordt de aftrek voor giften door bedrijven afgeschaft. Giften zijn niet langer aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting. Daarnaast worden de regels over ‘giften door de vennootschap’ (waarbij giften door een vennootschap niet als winstuitkering werden beschouwd) geschrapt, wat betekent dat dergelijke giften vanaf 2025 weer als winstuitkering worden beschouwd en belast. Sponsoring en reclame zijn zakelijke kosten die aftrekbaar blijven.

Ook ongewenste belastingontwijkingspraktijken worden aangepakt, zoals constructies die bij vastgoedtransacties worden gebruikt om de verschuldigde BTW te omzeilen.

Om de woningmarkt een impuls te geven, wordt het algemene tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen die niet als hoofdverblijfplaats worden aangemerkt, verlaagd van 10,4% naar 8% in 2026.

Een aantrekkelijk ondernemersklimaat

De overheid wil dat Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats blijft voor bedrijven om zich te vestigen, te groeien en het benodigde vakpersoneel aan te trekken. Een sterke concurrentiepositie en een voorspelbaar belastingbeleid zijn hierbij belangrijke prioriteiten, zodat bedrijven plannen kunnen maken voor de lange termijn. De voorgenomen afbouw van de belastingaftrek voor ‘expat’-werknemers wordt vanaf 2027 gedeeltelijk teruggedraaid: gedurende vijf jaar geldt een aftrek van 27%. Het algemene kwalificerende salaris onder de regeling wordt verhoogd van € 46.107 naar € 50.436. Ook het kwalificerende salaris voor werknemers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma wordt verhoogd. Ook de dividendbelastingregeling voor aandeleninkoop voor beursgenoteerde ondernemingen blijft bestaan, waardoor deze ondernemingen onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld van dividendbelasting bij inkoop van eigen aandelen. Ook verhogen we de algemene grens voor renteaftrek voor vennootschapsbelastingdoeleinden van 20% naar 25%, waarmee we dichter bij het Europese gemiddelde komen. Daarnaast versoepelen we de regels voor de vrijstelling voor winsten uit schuldkwijtschelding voor vennootschapsbelasting wanneer een bedrijf verliezen heeft van meer dan € 1 miljoen. Dit maakt het voor bedrijven die in essentie gezond zijn, gemakkelijker om een ​​akkoord te bereiken met hun schuldeisers.

De overheidsfinanciën gezond houden

Dit kabinet vindt gezonde overheidsfinanciën cruciaal en voert een aantal maatregelen uit het kaderakkoord en aanvullende maatregelen door om een ​​aantal financiële tegenvallers op te vangen. Zo verhogen we de kansspelbelasting in twee stappen, naar 34,2% in 2025 en 37,8% in 2026. Dit is de belasting die mensen betalen over een prijs van meer dan € 449,- bij een loterij of casino in Nederland. We schrappen de verlaging van het box 3-tarief – zoals gepland in het kaderakkoord – (voor inkomsten uit sparen en beleggen), dat dus op 36% blijft. De salderingsregeling voor kleinverbruikers van zonnepanelen wordt per 2027 afgeschaft, wat betekent dat eigenaren van zonnepanelen de elektriciteit die zij terugleveren aan het net niet meer kunnen verrekenen met de elektriciteit die zij afnemen. Werkgevers gaan een hogere algemene werkloosheidsuitkering (AWF) en arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOF)-bijdrage betalen voor hun werknemers. Er zal van verschillende groepen een bijdrage worden gevraagd.

Kader 3

Naast de maatregelen in het Belastingplan heeft de regering ook een besluit genomen over wie in aanmerking komt voor een aanvullende compensatie naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2024 over box 3. Er is besloten dat de doelgroep voor compensatie breed zal zijn. Alle belastingplichtigen die een aanslag hebben (gehad) na het zogenoemde ‘Kerstarrest’ van de Hoge Raad van 24 december 2021, kunnen het formulier ‘werkelijke aangifte’ indienen als hun werkelijke aangifte lager was dan de veronderstelde forfaitaire aangifte. Belastingplichtigen die in de jaren 2019 en 2020 aanslagen hebben ontvangen, moeten vóór het verstrijken van de termijn van vijf jaar een verzoek om automatische vermindering indienen. Belastingplichtigen met een aanslag over 2019 moeten hun verzoek uiterlijk eind dit jaar indienen, terwijl belastingplichtigen met een aanslag over 2020 tot eind 2025 de tijd hebben om dit te doen. Belastingbetalers met een aanslag uit 2017 of 2018 moeten vooraf een verzoek om automatische vermindering hebben ingediend om gebruik te kunnen maken van het formulier.

Het Hooggerechtshof oordeelde dat de werkelijke opbrengst bepaald moet worden op basis van het gehele box 3-kapitaal van de belastingplichtige, rekening houdend met zowel directe als indirecte opbrengsten, en zonder aftrek van de kapitaalrendementsbelastingaftrek. De overheid zal zich houden aan deze definitie van werkelijke opbrengst.

You May Also Like