Minister van Financiën Eelco Heinen presenteerde dinsdag de begroting van de rechtse regering voor 2025 aan de Tweede Kamer. Volgens hem lijkt het erop dat het land het vertrouwen in de markt heeft verloren.
“We lijken ons geloof in een markteconomie enigszins te zijn verloren en ons vertrouwen dat loslaten tot iets groots kan leiden,” zei hij. “De overheid hoeft niet alles te subsidiëren en te compenseren. Mensen floreren in vrijheid, net als innovatie. En dat is wat we nodig hebben om de productiviteit te verhogen.”
De welvaart van Nederland is te danken aan hard werken, de juiste keuzes maken en zuinig zijn, aldus Heinen. Toch hebben mensen financiële zorgen, maken ze zich zorgen over huisvesting en het betalen van rekeningen.
“In een fatsoenlijk land, waar altijd plek is voor mensen in nood, zou je je geen zorgen moeten maken over ongecontroleerde immigratie, maar moet je weten dat we grip hebben op wat de maatschappij aankan,” zei hij. “En toch zijn er zorgen hierover en die moeten we serieus nemen, maar dat betekent ook keuzes maken.”
De redenen voor de welvaart van Nederland komen steeds meer onder druk te staan, aldus Heinen. “Nederland is een open economie en profiteert van handel. De interne markt van de EU is erg gunstig voor ons en het is cruciaal dat we hier deel van blijven uitmaken en onze positie versterken.”
Toch kunnen oproepen binnen de EU voor staatssteun, in het licht van de situatie in andere landen, op de lange termijn de economie schaden, zei hij. “Hoe we groeien is ook belangrijk, want welvaart gaat over meer dan geld,” zei hij.
“De rekening moet betaald worden en daarom kiezen we voor minder subsidies, kostenbesparingen binnen de ministeries zelf, bezuinigingen op ontwikkelingshulp en het verhogen van de omzetbelasting op cultuur en hotels”, aldus Heinen.
“We beseffen dat deze keuzes niet zonder pijn zijn, maar moeilijke keuzes horen bij het nemen van verantwoordelijkheid”, vertelde hij aan parlementsleden.
“Hoewel de staatsschuld momenteel laag is, zien we dat deze stijgt met de uitgaven en we hebben een koerswijziging nodig. We moeten terug naar budgettaire discipline en duidelijke afspraken over uitgaven.”