Leden van de G7 en de Europese Unie hebben zich ertoe verbonden de rechten van mensen met een handicap bovenaan de politieke agenda te plaatsen in het nieuwe Solfagnano-handvest dat vandaag in Italië is ondertekend, waarin het potentieel voor zelfstandig leven, inclusie in nieuwe technologieën en deelname aan het sociale leven wordt aangepakt.

Ministers van de G7-landen die zich bezighouden met handicaps en inclusie – waaronder EU-commissaris Helene Dalli – hebben woensdag het Solfagnano-handvest aangenomen, waarin zij zich ertoe verbinden mensen met een handicap te laten deelnemen aan alle aspecten van het sociale en politieke leven.

De tekst werd goedgekeurd tijdens een ministeriële bijeenkomst in Solfagnano, Italië, na de eerste discussie op G7-niveau over uitdagingen in verband met de rechten van mensen met een handicap, en bevestigde de “onwrikbare inzet” om ervoor te zorgen dat alle individuen gelijke rechten genieten op volledige, effectieve en betekenisvolle deelname en inclusie in alle aspecten van het leven.

Het nieuwe Solfagnano Charter schetst acht prioriteiten voor het bereiken van volledige participatie en inclusie van personen met een handicap, waaronder autonoom en onafhankelijk leven, bevordering van nieuwe technologieën en verbetering van talent en arbeidsinclusie.

De G7-leden Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben zich er via de tekst toe verbonden de toegankelijkheidsvereisten te integreren in relevante beleidskaders, en deze kwestie niet als een bijzaak te behandelen, maar eerder “als een fundamenteel onderdeel van de planning en ontwikkeling in alle sectoren”.

“Onze inzet is gericht op het bereiken en in stand houden van een radicale perspectiefverandering die tot doel heeft de barrières weg te nemen die door de samenleving worden veroorzaakt en die personen met een handicap centraal stelt in het inclusiebeleid”, aldus de tekst. Het benadrukte ook de noodzaak om de autonomie, onafhankelijkheid en de ontwikkeling van talenten en vaardigheden te maximaliseren, zodat iedereen zijn of haar ambities en verlangens kan vervullen.

Het doel van dit nieuwe handvest is om inclusiviteit tot een prioriteit op de politieke agenda van alle landen te maken, te beginnen bij de G7-leden en later dezelfde aanpak op internationaal niveau te bevorderen. De tekst beloofde de discussies binnen de G20 en “alle belangrijke relevante internationale fora” te bevorderen.

Deze verbintenis is gebaseerd op het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD), aangenomen in 2006 en geratificeerd door 191 landen wereldwijd.

Rechten van gehandicapten in de EU

Deze week heeft de Europese Unie ook haar inzet versterkt om de grensoverschrijdende mobiliteit van mensen met een handicap te garanderen door de formele goedkeuring van de EU-gehandicaptenkaart.

De EU-brede gestandaardiseerde kaart zal mensen met een handicap in staat stellen te genieten van dezelfde voordelen en faciliteiten in openbare en particuliere diensten in heel Europa, waardoor gelijke toegang tot speciale voorwaarden en een voorkeursbehandeling wordt gegarandeerd, zoals verlaagde of nul-toegangsprijzen, voorrangstoegang en gereserveerde parkeerplaatsen.

Het door de wetgevers overeengekomen implementatietijdschema heeft echter kritiek gekregen van het maatschappelijk middenveld omdat het te lang duurt. De lidstaten hebben dertig maanden de tijd om zich aan te passen en nog eens twaalf maanden om de nieuwe regels ten uitvoer te leggen, wat betekent dat het bijna drieënhalf jaar zal duren voordat de kaart verschijnt.

De Raad heeft ook een richtlijn aangenomen die deze bepalingen uitbreidt tot niet-EU-burgers die legaal in EU-landen verblijven, die deze kaarten ook zullen kunnen gebruiken tijdens korte verblijven in andere lidstaten.