Bij een Israëlische luchtaanval op Syrië komen elf mensen om, zo melden oorlogsmonitors

Israël blijft zich richten op Syrische wapens en militaire infrastructuur, zelfs na de afzetting van voormalig president Bashar Assad drie weken geleden.
Het in Groot-Brittannië gevestigde Syrian Observatory for Human Rights zei dat de luchtaanval gericht was op een wapendepot dat toebehoorde aan de strijdkrachten van Assad nabij de industriële stad Adra, vlakbij de hoofdstad Damascus. Het observatorium zei dat minstens elf mensen, voornamelijk burgers, zijn omgekomen.
De in Beiroet gevestigde pan-Arabische Al-Mayadeen TV berichtte ook over de luchtaanval, maar schatte het dodental op zes. Het Israëlische leger gaf zondag geen commentaar op de luchtaanval.
Israël, dat honderden luchtaanvallen op Syrië heeft uitgevoerd sinds de opstand in het land in 2011 uitmondde in een burgeroorlog, erkent deze zelden. Het zegt dat zijn doelwitten door Iran gesteunde groepen zijn die Assad steunden. Israël wil ook een einde maken aan de dreiging die uitgaat van wapens in Syrië, dat nu wordt geregeerd door islamisten.
Syrische opstandelingen die Assad begin december in een bliksemoffensief hebben verdreven, hebben geëist dat Israël zijn luchtaanvallen staakt.
Elders vielen door Turkije gesteunde Syrische rebellen de strategische noordelijke grensstad Kobani aan, die onder controle staat van de door Koerden geleide Syrische Democratische Strijdkrachten, na wekenlange botsingen.
De SDF deelde een video van een raketaanval die een radarsysteem vernietigde ten zuiden van de stad Manbij, dat de Turkse achtergroep eerder deze maand veroverde. De door Koerden geleide groep is de belangrijkste bondgenoot van Washington in Syrië, waar zij nauw betrokken is bij het aanvallen van slapende cellen van de extremistische Islamitische Staatsgroep.