Kinderen uit minderheidsgemeenschappen hebben vier keer minder kans om als hoogbegaafd te worden herkend dan hun blanke leeftijdsgenoten, zo blijkt uit nieuw onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs.
Kinderen die op de basisschool worden geïdentificeerd als IQ boven de 130, worden in ‘plusklassen’ geplaatst met meer uitdagende lessen en leermaterialen. Ongeveer 2% van alle kinderen valt in deze categorie.
Maar uit een onderzoek van onderzoeksbureau Scaliq bleek dat de kans dat kinderen het label ‘hoogbegaafd’ krijgen, sterk afhankelijk is van de achtergrond en sociale status van hun ouders.
Op basis van hun bevindingen vergeleken ze twee fictieve casestudies van kinderen met een hoog IQ. “Diederick”, een jongen die opgroeide in een financieel stabiel huishouden met Europese, Nederlands sprekende ouders, had 60% kans om uitgekozen te worden, terwijl de kans voor “Jalila”, een meisje met ouders die gebrekkig Nederlands spraken en in armoede leefden, slechts 15% was.
De onderzoekers bestudeerden meer dan 5.000 kinderen op 29 scholen in alle basisschoolklassen, behalve groep 1, in de leeftijd van zes tot twaalf jaar. Leraren werd gevraagd om persoonlijke gegevens van de kinderen te verstrekken, waaronder of ze al dan niet als hoogbegaafd werden beschouwd.
De kinderen kregen vervolgens een test om te kijken of ze beter presteerden dan hun leeftijdsgenoten. Iets minder dan de helft van de kinderen die meer dan 130 scoorden op de IQ-schaal, viel al in de categorie ‘begaafd’, waarbij jongens vaker dan meisjes werden herkend.
Bij meer dan de helft van de Aziatische kinderen (53%) werd al een hoog IQ vastgesteld, vergeleken met 46% van de kinderen met een Europese achtergrond en 34% van de kinderen uit Afrikaanse, Turkse, Surinaamse en Caribische gezinnen.
Late verjaardagen
Ook de sociaaleconomische status heeft invloed op het oordeel van leraren: de helft van de kinderen uit welvarende gezinnen wordt als zeer intelligent beschouwd, vergeleken met een derde van de kinderen die in armere gezinnen opgroeien.
Kinderen die later in het jaar geboren werden, werden vaker over het hoofd gezien. Leraren schatten hun IQ één punt lager in voor elke maand na het begin van het schooljaar dat hun verjaardag valt.
“Ons onderzoek heeft aangetoond dat het onderbuikgevoel ‘we zien niet alle slimme kinderen’ klopt”, aldus de onderzoekers in their report, (On)gezien“Kinderen die opgroeien in achtergestelde omstandigheden worden vaker onderschat dan kinderen die het thuis beter hebben.”