Een 107-jarige Holocaustoverlevende heeft een van de hoogste burgerlijke onderscheidingen van Amsterdam ontvangen voor haar inspanningen om mensen te informeren over de Duitse bezetting van Nederland.
Mirjam Bolle-Levie ontving de Andreaspenning in Jeruzalem bij de première van Lost City (Verdwenen Stad), een film over de rol van het Amsterdamse tramnetwerk bij de deportatie van de Joden.
“Ik voel me zeer vereerd om deze onderscheiding te ontvangen,” zei ze nadat ze haar certificaat had gekregen van de Nederlandse ambassadeur in Israël, Marriet Schuurman. “Ik wist niet dat ik zo nobel was en zoveel had gedaan voor Holocaust-onderwijs.”
Bolle-Levie is de laatste overgebleven schakel met de Joodse Raad (Joodse Raad), die de verbinding vormde tussen de Duitse bezetters en de Joodse bevolking van de stad.
Na de oorlog werden de twee voorzitters, David Cohen en Abraham Asscher, bekritiseerd omdat ze niet meer deden om de gemeenschap te beschermen. Driekwart van de Joodse bevolking van Nederland stierf in de Holocaust, meer dan in enig ander bezet land.
De raad kreeg de opdracht om Davidsterren uit te delen aan de Amsterdamse Joden en stelde een namen- en adressenregister samen, dat later door de nazi’s werd gebruikt bij deportaties.
Joodse Raad
Bolle-Levie, die in 1938 op 21-jarige leeftijd secretaris van de raad werd, verdedigde Cohen en Asscher altijd. “Ze dachten destijds dat ze een deal met de nazi’s konden sluiten en de deportatie van de Joden zo lang mogelijk konden uitstellen,” zei ze in 1995. “Ze dachten dat ze het juiste deden.”
Als lid van de Joodse Raad had Bolle-Levie een verbod op deportatie, wat wil zeggen dat ze was vrijgesteld van deportatie. In 1943 werd ze echter tijdens een razzia opgepakt en in januari 1944 naar Bergen-Belsen gestuurd.
Zes maanden later werd ze via een gevangenenruil naar het door de Britten bezette Palestina getransporteerd. Ze trouwde met Leo Bolle, die in 1938 uit Amsterdam was geëmigreerd, en nam het Israëlische staatsburgerschap aan toen het land in 1948 werd opgericht.
De brieven die zij tijdens de oorlog aan Leo schreef, die destijds nooit zijn verzonden, zijn in 2003 onder de titel gepubliceerd Ik zal je beschrijven hoe een dag er hier uitziet (“Laat me je beschrijven hoe een dag hier eruitziet”).
De Andreaspenning wordt toegekend aan personen die ‘uitzonderlijke prestaties leveren met landelijke invloed’ op gebieden als kunst, wetenschap, politiek, sport en journalistiek.