Nieuws

Acht tips: hoe Israël de civiele bescherming verzwakte bij het bombarderen van Gaza


Uit een onderzoek door The New York Times is gebleken dat Israël in de weken na de aanval van Hamas op 7 oktober zijn systeem van veiligheidscontroles om het gemakkelijker te maken Gaza aan te vallen ernstig heeft ondermijnd, en gebrekkige methoden heeft gebruikt om doelen te vinden en het risico voor burgers in te schatten.

Het Israëlische leger erkende wijzigingen in de regels van inzet, maar zei dat deze werden doorgevoerd in de context van een ongekende militaire dreiging en dat ze altijd aan de oorlogswetten voldeden.

Hier zijn enkele van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek.

Verhoogde drempel voor schade aan burgers per preventieve aanval

In eerdere conflicten met Hamas mochten Israëlische officieren bij een bepaalde aanval doorgaans slechts minder dan tien burgers in gevaar brengen. In veel gevallen was de limiet vijf of zelfs nul.

Aan het begin van deze oorlog verhoogde het Israëlische leger die drempel tot twintig, om deze een maand later in bepaalde contexten te verlagen. Stakingen die meer dan honderd burgers zouden kunnen schaden, zouden ook van geval tot geval worden toegestaan.

Uitgebreide lijst met doelen

Israël heeft het aantal militaire doelen dat het proactief probeerde aan te vallen enorm vergroot. Officieren konden nu niet alleen de kleinere groep hoge Hamas-commandanten, wapendepots en raketwerpers achtervolgen die het middelpunt vormden van eerdere campagnes, maar ook duizenden laaggeplaatste strijders en degenen die indirect betrokken waren bij militaire aangelegenheden.

De beperkingen voor het aantal burgers dat elke dag in gevaar kan worden gebracht, zijn opgeheven

De militaire leiding gaf kortstondig het bevel dat haar strijdkrachten cumulatief het risico konden lopen om tot 500 burgers per dag te doden bij vooraf geplande aanvallen. Twee dagen later werd zelfs deze limiet opgeheven, waardoor officieren zoveel stakingen konden uitvoeren als zij wettig achtten.

Te snel geraakt om alle doelwitten goed te kunnen onderzoeken

Het tempo van de bombardementscampagne was een van de meest intense in de oorlogvoering van de 21e eeuw, wat het volgens officieren veel moeilijker maakte om doelen goed te onderzoeken. Israël heeft in de eerste zeven weken bijna 30.000 munitie op Gaza laten vallen of afgevuurd, minstens dertig keer meer dan de door de VS geleide coalitie in de eerste zeven weken van haar bombardementen op ISIS.

Er werd gebruik gemaakt van een simplistische risicobeoordeling

Israël gebruikte vaak een simplistisch statistisch model om het risico op schade onder de burgerbevolking in te schatten: het schatte regelmatig het aantal burgers in een gebouw waar vermoedelijk een doelwit zich verstopte door een formule te gebruiken die grotendeels gebaseerd was op het niveau van het mobiele telefoongebruik in de omliggende wijk.

Grote, onnauwkeurige bommen laten vallen

In eerdere oorlogen gebruikte de luchtmacht vaak een ‘dakklop’, een kleinere munitie om burgers enige tijd te geven om een ​​dreigende aanval te ontvluchten. Vanaf de eerste dag van deze oorlog heeft Israël het gebruik van dakkloppers aanzienlijk verminderd. Het leger gebruikte soms ook minder nauwkeurige ‘domme bommen’, evenals bommen van 2.000 pond.

Gebruikte AI om doelen voor te stellen

Israël gebruikte voor het eerst op grote schaal een systeem van kunstmatige intelligentie. Het hielp officieren om doelen exponentieel sneller te analyseren en af ​​te tekenen, waardoor het aantal doelen dat officieren elke dag konden voorstellen toenam.

Uitgestelde stakingen

Er gingen vaak uren voorbij tussen het moment waarop een officier een doelwit doorlichtte en het moment waarop de luchtmacht een aanval op hem lanceerde. Dit betekende dat stakingen vaak gebaseerd waren op verouderde informatie.



Source link

Related Articles

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button