De echte stripmagnaat Stan Lee is, net als de fictieve krantenmagnaat Charles Foster Kane, een legpuzzel die voor veel verschillende mensen veel betekende, afhankelijk van het stukje van de puzzel dat ze hadden. (Ik durf te wedden dat je niet had verwacht dat een artikel over ‘Mallrats’ zou beginnen met een verwijzing naar ‘Citizen Kane’. Nou ja, dat zijn wij dan met z’n tweeën!) Voor mensen die geen stripboeken lezen, was hij die grappige oude man die bleef opduiken in Marvel-films en had blijkbaar zelfs een paar strips zelf geschreven. Voor stripliefhebbers was hij daarentegen een onmiskenbaar belangrijke figuur in de geschiedenis van het medium, maar ook iemand die uitblonk in het mythologiseren van zijn persoonlijke bijdragen aan Marvel Comics ten koste van anderen. (Vraag daar maar meer over aan de zoon van Jack Kirby, Neal Kirby.)

Lee was zeker een expert in de kunst van het bouwen van een individueel merk, wat Kevin Smith in dat opzicht tot zijn troonopvolger maakt. In feite lijkt de filmmaker, acteur, stripboekschrijver, podcaster en verrassend transmasculine stijlicoon veel op Lee, in die zin dat hij aantoonbaar net zo beroemd is om zijn kleurrijke persoonlijkheid als om zijn eigenlijke werk (zo niet meer). Smith is net zo bedreven gebleken als Lee in de kunst van het mythologiseren van zichzelf, en is nu verschenen in zowel filmbiopics (“Shooting Clerks”) als documentaires (“Clerk”) over het maken van zijn doorbraakhit “Clerks.” Het lijkt erop dat Lee Smith onbedoeld ook heeft geleerd over de waarde van het ontwikkelen van een merk, al toen ze samenwerkten aan Smiths tweede speelfilm als regisseur met ‘Mallrats’ uit 1995.

In een video voor GQ waarin hij zijn meest geliefde films uiteenzet (waaronder zijn controversiële komedie ‘Dogma’, die eindelijk uit de klauwen van de gebroeders Weinstein is bevrijd), nam Smith even de tijd om te praten over Lee’s betrokkenheid bij ‘Mallrats’. Zoals hij zich herinnerde, was het niet de bedoeling dat Lee zou komen opdagen totdat de filmproducent James Jacks Lee (die Jacks kende) voorstelde voor de rol van de onopvallende ‘stripboekgoeroe’ die advies geeft aan een van de slappere hoofdrolspelers van de film. Jason Lee’s Brodie Bruce, in een vroege scriptversie. Vanaf dat moment was het Stan Lee zelf die zich op wrange wijze een weg baande naar een nog grotere rol in ‘Mallrats’.

Stan Lee draaide helemaal om ‘het uitbreiden van het merk Stan’

Hoewel Stan Lee nooit precies was wat je een volwaardige filmster zou noemen, was dat niet omdat hij het niet probeerde. Heck, hij zou graag J. Jonah Jameson (Peter Parkers beruchte norse, sigarenkauwende baas bij The Daily Bugle) hebben gespeeld in Sam Raimi’s ‘Spider-Man’-films als hem dat was gevraagd, zoals Lee zelfs toegaf aan de man die dat zou doen uiteindelijk de enige bekende Jameson in het multiversum worden, JK Simmons. Dus toen Smith hem opriep om in ‘Mallrats’ te verschijnen, was Lee meer dan bereid en bereid, maar op één voorwaarde: hij wilde nog een scène in de film hebben, hoewel hij die een beetje anders had ingekaderd. Hier is Smiths uitgebreide verslag van hoe het allemaal is gegaan:

“(…) En hij zei: ‘Hé, dit is Stan Lee’, en ik dacht: ‘Oh mijn god, ik weet wie je bent.’ Ik zei: ‘Dit is gek, man, ik ben opgegroeid met het luisteren naar jou. Ik ben duidelijk een grote fan van het werk.’ Hij zegt: ‘Ik zag het, ik heb de pagina’s gelezen. Ik ben erg gevleid.’ En ik dacht: ‘Kun je het doen? Wil je het doen?’ En hij zegt: ‘Nou, hier is het punt, Kevin. Je laat mij in deze film praten over het meisje dat ontsnapte in een heel mooie monoloog. Ik zit in een film zoals ik, en praat over het meisje dat ontsnapte. Het meisje dat ik thuis heb, doet de deur op slot en laat me niet meer binnen. Wat ik voorstel is dat we nog een scène inlassen waarin ik vertel dat ik maar een grapje maakte. Op die manier zal Joan Lee niet boos worden .'”

Smith, de grote softie die hij is (gratis), vond dat “ongelooflijk lief” en verplichtte Lee door nog een scène voor hem te schrijven in “Mallrats”. Pas later, nadat hij Lee in de daaropvolgende decennia beter had leren kennen, kwam Smith tot het besef dat de oude man hem een ​​beetje voor de gek had gehouden:

“Ik kende hem al heel lang, en wat ik ontdekte was dat Stan niets anders dan briljant was in het uitbreiden van het merk Stan. Dus Stan bedacht hoe hij nog een scène in de film kon krijgen. Stan deed dat niet echt.” Het maakte me niet uit wat Joan zou hebben gedacht. Het was een film. Hij gaf er niet om dat het een man was die Thor verzonnen had, in godsnaam manier om mijn rol in de film uit te breiden.’ Dus hij was slim, oude Stan Lee.”

Laat nooit gezegd worden dat Smith niets nuttigs van zijn mentor heeft geleerd.